Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En alle ziel onder de inboorlingen of onder de vreemdelingen, die een dood aas of het verscheurde zal [17]gegeten hebben, die zal zijn klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn tot aan den avond; daarna zal hij rein zijn. 17. Te weten, door onwetendheid of onvoorzichtigheid, en niet met voorbedachten raad of opzettelijken wil. Zie boven, hfdst.11 vs.40.